Slechthorendheid
Slechthorendheid is een hoorstoornis waarbij het gehoor licht tot ernstig gestoord kan zijn. Aangeboren slechthorendheid heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de taal en de spraak. Een slechthorende baby of peuter zal niet of veel minder reageren op zijn eigen gebrabbel en op de geluiden uit zijn omgeving. Hierdoor leert hij de betekenis van geluiden en klanken minder vanzelfsprekend als horende leeftijdgenootjes en komt de spraak- en taalontwikkeling vaak vertraagd op gang. Lees hier wat logopedie kan betekenen bij slechthorendheid.
Auditieve verwerkingsproblemen
Bij auditieve verwerkingsproblemen zijn er problemen met de auditieve functies, ofwel met hetgeen we doen met wat we horen. Kinderen met auditieve verwerkingsproblemen hebben (ondanks een normaal gehoor) moeite met het verwerken van geluiden, klanken en spraak. Hierdoor hebben ze problemen met de lokalisatie van geluiden, het spraakverstaan in achtergrondlawaai en het onthouden van mondeling gegeven opdrachten. Kinderen in groep 2 hebben vaak moeite met het horen van verschillen tussen klanken en het samenvoegen van letters tot één woord, waardoor het aanvankelijk lees- en spellingsproces moeizaam op gang komt. Lees hier wat logopedie kan betekenen bij auditieve verwerkinsproblemen
Cochleair implantaat
Een cochleair implantaat (ook wel CI) is een elektronisch implantaat dat geluid omzet in elektrische pulsen die de gehoorzeuw direct stimuleren. Hierdoor neemt het cochleair implantaat de functie van het (beschadigde) buiten-, midden-, en binnenoor over. Met een cochleair implantaat kunnen kinderen die nog maar een beperkt restgehoor hebben, opnieuw leren klanken, geluiden en spraak waar te nemen. Lees hier wat logopedie kan betekenen bij een cochleair implantaat.