Cochleair implantaat 
Een cochleair implantaat (ook wel CI) is een elektronisch implantaat dat geluid omzet in elektrische pulsen die de gehoorzeuw direct stimuleren. Hierdoor neemt het cochleair implantaat de functie van het (beschadigde) buiten-, midden-, en binnenoor over. Met een cochleair implantaat kunnen mensen die nog maar een beperkt restgehoor hebben, opnieuw leren klanken, geluiden en spraak waar te nemen.

Wat doet de logopedist?
Logopedisten die te maken hebben met kinderen en/of volwassenen met een cochleair implantaat, richten de behandeling op het leren horen, het gebruik van spraakafzien, de communicatie met de omgeving en articulatie. Daarnaast is er veel aandacht voor het stimuleren van de spraaktaalontwikkeling bij kinderen. De logopedist onderzoekt of en hoe groot de spraaktaalachterstand is. Zij kijkt naar het begrip en het uiten van de taal. Met name de mensen die langere tijd (soms van de baby- of kleutertijd af) niets gehoord hebben, moeten helemaal opnieuw leren om geluiden en spraakklanken te herkennen. Het gaat dan om de vogel die fluit, het geritsel van bladeren, een auto die voorbij komt, maar dus ook om het herkennen van spraakklanken. Met behulp van de logopedist gaan zij een proces in van intensief oefenen. Er is iemand uit de omgeving nodig om samen met de CI-patiënt te oefenen.